‘Als wij meteen ingrijpen escaleert de boel.’

Donderdag Vrije Keus

media_xl_186289

In rustige wijken is er maar een iemand de baas: de politie. In achterstandswijken is dit echter niet zo. Toen Vogelaar de veertig probleemwijken bekendmaakte, werd ook al snel duidelijk dat aan de aanpak van de hangjongeren ook het nodige schortte. In achterstandswijken is de aanpak van politie dan ook anders dan in de andere wijken.

In Parijs worden in achterstandswijken 350 politieagenten ingezet om de hangjongeren aan te pakken. In Nederland heeft de politie zelfs al moeite om uitkeringstrekkers aan te pakken.

‘Sinds 2007 is er flink wat veranderd bij de politie.’, aldus wijkagent Jeroen uit Overvecht. ‘Ten eerste zijn we veel opener geworden. Jij mag mij hier interviewen en dat is over het algemeen erg lastig. Dit doen we omdat we verbonden willen zijn met de wijk. Ze moeten ons kennen en ons vertrouwen.’

Jeroen wil niet dat ik met hem meeloop omdat hij anders zijn werk niet goed kan uitvoeren. ‘Als ik op straat loop, moet ik ook rekening houden met jou en dat kan niet.’ Als ik vraag of het dan zo gevaarlijk is op straat, reageert Jeroen terughoudend. ‘Het kan wel eens fout gaan. Mensen raken meestal opgefokt van de politie in achterstandswijken.’

Naast de openheid is vooral de aanpak veranderd. Die is erg pragmatisch geworden. Elke situatie wordt aangekeken. ‘Het probleem is dat jongeren het wel eens als een spelletje zien om de politie uit te dagen. Als wij daar meteen opingaan, escaleert de boel.’, aldus Jeroen. ‘Wij proberen zolang mogelijk afstand te houden totdat het echt uit de hand loopt. Dan grijpen we in.’

Mieke Kort, woordvoerder van de politie Utrecht zegt dat het vooral om maatwerk gaat in de achterstandswijken. ‘Voor de politie geldt dat wij gebiedsgebonden werken, dus wij leveren altijd een soort van maatwerk voor het gebied. De wet is weliswaar voor iedereen gelijk, maar het toepassen van strafrecht is niet overal hetzelfde. Neem bijvoorbeeld een gebiedsverbod voor verslaafde overlastplegers. Dat is wel nodig in de binnenstad van Utrecht, maar niet in een dorp als Lopik.’

Hoeveel wijkagenten een wijk krijgt toegewezen is niet alleen afhankelijk van het aantal inwoners, maar ook van de sociale opbouw en de problematiek van de wijk. Zo krijgt een wijk als Overvecht meer politie-eenheden toegewezen dan een wijk in Lopik.

De politie werkt anders in achterstandswijken. Dat moet ook wel, want achterstandswijken hebben te maken met criminaliteit. Het draait in achterstandswijken vooral om vertrouwen. Elke collega van Jeroen in Overvecht heeft wel een heftig verhaal te vertellen. De problemen die in achterstandswijken plaatsvinden zijn een stuk heftiger dan in de normale wijken.

Heb jij slechte ervaringen met de politie? Reageer!

 

Leave a comment