‘Leven in een achterstandswijk valt reuze mee.’

Dinsdag Portret

29614_10151116002426642_433979955_n

Joost van Itterzon woont pas sinds een jaar in een sloopwoning in Overvecht. Hij moest wel. Toen hij in 2011 begon met zijn studie Nederlands, had hij een huis nodig in Utrecht. ‘Aalsmeer was geen optie en Utrecht zit vol. Dan blijven er eigenlijk alleen sloopwoningen over.’ Daarom verhuisde Joost naar een sloopwoning in Overvecht. ‘Wanneer het gesloopt wordt weet niemand, maar ik hoop hier nog een paar jaar te kunnen blijven.’

Eigenlijk hoefde Joost niet echt te wennen aan het wonen in een Vogelaarwijk. Zelf komt Joost uit een rustige, niet bevolkte omgeving. ‘Aalsmeer is nou niet bepaald een wereldstad. Maar eigenlijk merk ik er niet zoveel van dat ik in een Vogelaarwijk woon. Tenminste, een keer merkte ik dit wel. Mijn fiets had ik voor mijn deur op slot gedaan aan een fietsenrek. Toen ik de volgende dag terugkwam, was het rek doorgezaagd en mijn fiets weg.’

Het verschil met Aalsmeer zit hem vooral in de verbondenheid volgens Joost. ‘In Aalsmeer ken je de buren. Hier weet ik niet eens of er nog iemand boven mij woont.’ Er heerst een soort afstandelijkheid tussen bewoners van deze buurt volgens Joost. Of dat komt door de verschillende culturen in Overvecht weet Joost niet. ‘Ik denk dat het een kleine rol speelt.’

Wat Joost wel opvalt is de scheiding tussen allochtoon en autochtoon. ‘Nederlanders kijken minder naar elkaar om in Overvecht. De allochtonen zitten bij elkaar op school, gaan met elkaar naar de supermarkt en gaan bij elkaar op visite.’ De autochtonen zijn afstandelijker. Waardoor dat komt weet Joost niet.

Joost wil best nog een paar jaar wonen in Vogelaar. ‘Het is goedkoop en er staat een winkelcentrum om de hoek. Ik ben blij dat ik het eens meemaak hoe het in een achterstandswijk eraan toe gaat. Leven in een achterstandswijk valt namelijk reuze mee.’

Ben jij een student in een achterstandswijk? Heb jij problemen met je buren? Laat je verhaal achter!

Leave a comment